Over admin

Andreas is een onderwijskundige; gespecialiseerd in Learning Design voor met name Management en Professional Development

Oefening baart kunst

Als je ziet hoe hard er getraind wordt door bijvoorbeeld sporters dan is het logisch dat oefening kunst baart, mits het in de wedstrijd eruit komt. Echter dat is niet altijd het geval en dat dan los van het talent dat iemand heeft, want talent is een gave die je meegekregen hebt.
Ook talentvolle spelers trainen echter en het ziet er in wedstrijden zo makkelijk uit. Denk maar eens aan Leonel Messi,Rodger Federer of in een verder verleden aan Mohamed Ali.

Als ik naar mijzelf kijk en het vele trainen dat ik heb gedaan dan vraag ik mij af of het trainen van de vaardigheid van voetballen was of juist overgave aan het moment was. Ik moest een keer een vrije trap in een wedstrijd nemen en schoot de bal perfect inj de kruising. De scheidsrechter vond dat ik de vrije trap moest overnemen omdat hij nog niet gefloten had. Nou ja, ik dacht dat doe ik het op precies dezelfde manier. Zoveel stappen afstand van de bal, in een hoek van vijfenveertig graden en dan de bal raken met de binnenkant van de rechter voet, doorbewegen met de voet zodat de bal met effect de kruising in zou vliegen. Zo gezegd zo gedaan. Helaas de bal vloog over het doel.Eigenlijk was ik meer met het controleren van de vrije trap bezig en natuurlijk het resulstaat ‘ een doelpunt’ in tegensteling tot de eerste keer toen ik voledig in het moment zat en de vrije trap spotaan plaatsvond dan dat ik het controleerde.

Talent en vaardigheid is mooi maar niet het enige in het leven, maar het spontane niet te controleren van het leven  want meespeelt.

Mens durf te sterven

Het was geloof ik Freek de Jonge die ik voor het eerst hoorde zeggen ‘Mens durf te sterven’. Dan denk ik ‘Hoe dan?’, door op een of andere manier uit het leven te stappen? Lijkt mij niet de bedoeling van Freek zijn opmerking.

Na een mislukte studie economie, waarin ik bang was om iets in een groep te zeggen en mijzelf steeds meer afsloot voor andere studenten en tenslotte ook het studeren, ging ik in militaire dienst. Tijdens de introductiebijeenkomst in de kazerne werd gevraagd of iemand in de eetcommissie wilde gaan zitten. Wil ik leren praten in een groep dan is dit een uitgelezen moment om over mijn spreekangst te komen. Tenslotte was mijn moeder kokkin geweest, dus zou ik mij wel redden en zo zag ik mijn arm omhoog gaan en zat vervolgens in de eetcommissie. Hiermee stierf een beetje mijn spreekangst, die natuurlijk alleen in mijn geest zat.
Na militaire dienst ging ik sociale geografie studeren, maar wilde wel voorkomen dat deze studie ook zou mislukken. Tijdens het eerste hoorcollege keek ik rond of ik mij niet bij een groepje kon aansluiten. Ik zag een leuk meisje en ging het volgende college bij haar in de buurt zitten en zij bleek bij een groepje politiek actieve studenten te horen. En zo zat ik in een groepje actiestudenten. Op een keer werd ik gevraagd om voor de aanvang van een college de aanwezige studenten op te roepen om een protestactie tegen de verhoging van het collegegeld bij te wonen. Ik vond dat niet makkelijk om te doen, maar ik wilde de groep niet in de steek laten. En daar stond ik dan tegenover een zaal met honderd studenten. Ik was vooral bang dat iemand iets zou zeggen of vragen en dat ik dan met een mond vol tanden zou staan. Ik vroeg de zaal of ze wilden komen actievoeren. En tenslotte of iemand nog iets te vragen had. Nu ging het komen. Er kwam echter totaal geen reactie uit de zaal en daar stond ik en werd er zelf ook helemaal stil van, zo verwonderd was ik dat niemand wat zei.
Door de stap te zetten om voor de zaal te gaan staan, waren bezwaren en overwegingen die ik van te voren had, weggestorven en was verwondering in de plaats gekomen. Durven sterven is dan niet iets van doen, maar meer het vanzelf verdwijnen van gedachten en doen wat voor je ligt.

Een man een man

‘Een man een man’, je zou natuurlijk ook kunnen zeggen ‘een vrouw een vrouw’, maar dat hoor je nooit.
Met ‘een man een man’ wordt over het algemeen bedoeld dat je als man of mens staat voor wat je zegt en afgesproken hebt. Bijvoorbeeld je bent lekker doorgezakt op een feestje dan ga je ’s morgens gewoon naar je werk’. Dit gebeurde mij regelmatig.

Natuurlijk had ik allerlei bedenkingen, zoals ik voel wak door de laatste restjes alcohol in mijn lijf of o die koppijn of vandaag even niet want ik kan amper uit mijn ogen kijken. Toch zie je jezelf op een gegeven moment op je fiets naar het werk rijden. En wat blijkt dat ondanks je broze gesteldheid je toch je werkzaamheden van het orders klaarmaken uitvoert, soms vergde het iets meer tijd omdat je de orderlijst een paar keer moest bekijken tot het tot je doordrong.

Het gebeurt gewoon zonder dat je er controle over uit hoeft te voeren.

Doe even normaal

‘Doe even normaal’ betekent dat je zoiets als normaal doen zou kunnen doen, nog los van het feit wat normaal is of zou kunnen zijn.
Als ik bijvoorbeeld de kozijnen aan het verven ben en zie hoe strak ik zonder het glas afgeplakt te hebben het kozijnlatje verf, ook zonder dat ik mijn hand of nog beter gezegd de spiertjes in mijn handen instrueer hoe de kwast vast te houden, hoe de kwast op het latje te houden en hoe snel de hand moet bewegen, dan vraag ik mij af wie of wat er aan het “doen” is. Ja mijn lichaam, met name mijn hand, is onderdeel van het verven en verder neem ik het schilderen waar en spelen mijn gedachten daarin geen rol. Eigenlijk doe ik, buiten dat mijn lichaam actief is, niets en gebeurt het.

Hetzelfde geldt voor als ik praat met iemand. Hoe eenvoudig het gesprek ook is dat ik voer, ik bedenk niet van te voren wat ik ga zeggen. Ja heel soms de eerste paar woorden, maar zeker niet de hele zin of zinnen. De woorden rijzen spontaan op tijdens het gesprek zonder dat ik dat in gedachten vooraf doe. Het spreken gebeurt, zo ook het luisteren naar de ander. Hoewel ik mij soms wel afvraag of ik werkelijk luister.

‘Doe even normaal’ is niet even iets wat je kunt doen, maar dat veel eerder spontaan en onbestuurbaar plaatsvindt in het moment en gebeurt, zoals ook deze tekst oprijst vanuit het niets en door de vingers wordt getypt en zo leesbaar is geworden.

Toewijding

Devotie, overgave of toewijding zijn in alle religies aanwezig. Is het alleen voorbehouden aan religies of hoort het bij het leven? Als ik bijvoorbeeld vaklieden zie omgaan met hun gereedschap en hun werk dan zie ik daar heel veel toewijding in. Een timmerman die bijvoorbeeld een stuk verrot kozijn vervangt door een nieuw stuk hout. Heel precies meet hij af, zaagt en schaaft rustig en ritmisch het nieuwe stukje hout, je hoort hem bijna niet en ziet dat hij heel ontspannen bezig is.

Je kunt zeggen dat toewijding bij het leven zelf hoort en niet specifiek van religies is. Is toewijding te leren? En wat zou je dan moeten leren.

Ik doe regelmatig de afwas of strijk het wasgoed. Werkjes waarvan de meeste mensen zeggen dat het niet leuk is of dat er wel iets beters te doen is. Maar ja, dan is de afwas niet gedaan. Het doen van dit soort werkjes is al een minimale vorm van toewijding. Bij mij is het vaak zo dat ik tijdens het afwassen of strijken aan andere dingen zit te denken en in feite geestelijk afwezig ben en niet zie waar ik mee bezig ben. Net zoals bij autorijden, je komt op de plaats van bestemming zonder dat je de weg gezien hebt of je bezig was met autorijden.

Je kunt ook wel aanwezig zijn in de handeling door er eenvoudig naar te kijken oftewel deze waar te nemen zonder daar gedachten over te hebben, zoals een wetenschapper door zijn microscoop kijkt in verwondering afwachtend wat hij nu weer gaat zien. Dan is in het louter aanwezig zijn en waarnemen. Strijken is dan louter strijken en afwassen is louter afwassen zonder allerlei bijgedachten of na te streven resultaat.

Lichtheid van bestaan

Twee dagen voor Kerstmis (2017) kreeg ik de uitslag van mijn jaarlijkse onderzoek. De chirurg viel meteen met de deur in huis en zei ‘Er zijn uitzaaiingen in uw lever gevonden. De oplossing is een levertransplantatie en eventueel bestraling, maar wegsnijden of wegbranden kan zeker niet’. Daar zit je dan, want dit had ik helemaal niet. Er ging meteen van alles door mijn geest, zoals niet op vakantie kunnen, blijvend pillen slikken tegen afweerreacties etc. Wel moest er nog een PET scan in een gespecialiseerd ziekenhuis gemaakt worden om te kijken of er elders nog meer uitzaaiingen zaten. Gelukkig liet de scan geen andere uitzaaiingen zien en bleek juist de beste oplossing wegsnijden en wegbranden van de tumoren. Ineens begin je weer te denken in mogelijkheden, zoals een weekendje naar Brugge of met de caravan op vakantie.

Dit is de kant van de geest of het denken, dat mij helemaal uit het hier en nu van het leven haalde. De andere kant is dat het leven gewoon door gaat, zoals koffie drinken, genieten van de bloemen, een grasspriet of praten met mijn vrouw zonder dat er de hele tijd een gedachte is aan de tumoren en de operatie. Er blijkt een lichtheid van bestaan te zijn, waarin dingen onverwacht plaatsvinden, zoals uit je ziekenhuisraam kijken en tussen de gebouwen een paar Japanse bloesems zien staan. Een moment van rust en stilte.

Om het verhaal af te maken. De operatie  in het gespecialiseerde ziekenhuis verliep uitstekend en na vijf dagen was ik weer thuis. Wel zei de chirurg dat met dit soort leveroperaties ontstekingen konden ontstaan. Ik dacht nog ik ben in goede conditie en dat zal mij wel niet overkomen. Niet dus. Na een week thuis ging ik met koorts weer naar het ziekenhuis en bleek ik dus twee ontstekingen in de lever te hebben. Onmiddellijk werd er een drain geplaatst die de pus moest afvoeren en werd antibiotica gegeven. Dit gebeurde nog drie keer; een week thuis, weer een week ziekenhuis, weer een week thuis en weer naar het ziekenhuis. Je zou kunnen zeggen een eentonig voorjaar.

In al die weken in en uit het ziekenhuis waren er lichamelijke ongemakken, maar er waren veel meer momenten waarvan ik genoot die mijn bestaan verlichtte.

Let the sun shine in

Het lijkt zo makkelijk om de zon binnen te laten komen, want de zon schijnt altijd ook als hij achter de wolken zit.

Soms hebben wij blijde gedachten, soms zit er een waas over onze blijde gedachten en soms zie je de blijde gedachten niet meer. Eigenlijk maakt het niet uit of het blijde of droevige gedachten. Vaak wisselen die twee elkaar ook af.

Dit vindt allemaal plaats in onze gedachten en gebeurt na of voor de dingen feitelijk plaats vinden. Het is en heel subtiel spel in de geest, maar de gebeurtenissen zelf kennen geen vreugde of verdriet. Ook niet als je lacht of huilt, de gedachte daarover vindt daarna plaats.

Mijn relatie werd door mijn vriendin verbroken, dat was huilen want voor mij was vooral de harmonie verbroken. Dat huilen gebeurt overigens ook als ik naar een romantische film kijk waar twee geliefden elkaar uiteindelijk vinden. Het eerste wat ik dacht na het verbreken van de relatie was ‘Hoe moet ik nu alleen verder?’ Het feitelijke moment van de verbreking was deze gedachte of waren andere gelijksoortige gedachten er helemaal niet.
’s Avonds zat ik in mijn stoel met een fles wijn onder handbereik de hele tijd te huilen, tot ik plotseling spontaan doorhad dat ik en vooral medelijden met mezelf had. Ik kon toch ook zonder te huilen een glas wijn drinken en me verder geen gedachten op de hals halen over mijn verbroken relatie, waar ik toch verder niets aan kon doen, gewoon genieten van het in de stoel zitten met een glas wijn in mijn hand en het leven in mij weer laten toelachen en zien gebeuren, want alles was weer mogelijk en de moeite waard te onderzoeken.