De drie wijzen in de kerststal zijn voor mij een herinnering aan mijn kinderjaren toen ik met vriendjes en/of vriendinnetjes op 6 januari ’s avonds met een lampion langs de huizen ging om een liedje te zingen en vooral snoepjes te krijgen. Het spannendste was wie Balthasar mocht zijn, dat was degene die ’s middags bij de thee de bruine boon in zijn stukje taart had gevonden.
Figuren zijn gemaakt door het meer dan 200 jaar oude houtsnijwerkfamilie Meier.
zie: www.wunderinholz.de
De Kerststal spreekt mij zo aan door het verhaal erachter. Het intrigeert me dat herders en wijze koningen spontaan have en goed verlaten om een onvoorspelbaar pad op te gaan naar iets waar ze nog geen weet van hebben of op dat moment zelfs nog niet aanwezig is. Ik weet niet of ikzelf ook zoveel vertrouwen in de toekomst heb en gewoon op pad zou kunnen gaan?
Ook Maria bewonder ik. Zij wordt onbevlekt genoemd, in mijn woorden is dat zonder gedachten, vooroordelen en overtuigingen. Zo zie ik haar kijken naar het nieuwe leven dat op dat moment voor haar ligt. Ik vraag me af of ik mijn geestelijke gevangenis ook achter me kan laten om van het leven te genieten?