Helemaal verrast ben ik door een paar pantoffels die naast de weg in het gras staan. Niet zomaar weggegooid, maar netjes naast elkaar en zelfs in de rijrichting.
Zijn ze versleten of kapot? Nee, niets van dit alles, nog helemaal gaaf en niet oud zo te zien.
Daar sta ik dan vol verbazing. Ik verwacht allerlei etensafval, maar een paar pantoffels daar kom je toch niet op. Ze waren beige met een eenvoudig ruitpatroon.
Ik vroeg mij af, wie er pantoffels naast de weg zet en ook zo netjes naast elkaar. Zou zo iemand veel geld hebben of ze niet zo mooi vinden als bij de aankoop werd gedacht?
De pantoffels roepen allerlei vragen bij mij op. Zo gaat dat in mijn hoofd. Ik zou ze kunnen laten staan voor iemand anders die ze kan gebruiken, gaat het gedachtespinsel in mijn hoofd verder. Ik wordt op deze manier in het geestelijke spinnenweb getrokken en wordt moedeloos van telkens die rommel van anderen op te ruimen. Wie ruimt dan die rommel op, of mag je het geen rommel noemen? Waarschijnlijk ruimt de gemeente, het op, maar die hebben te weinig mensen en geld.
De pantoffels zijn, zo lijkt het, met aandacht naast elkaar neergezet. Mijn aandacht rustte een moment, een ato-second bij de pantoffels en was daarna weer in dromenland.
Fascinerend hoe mijn geest bezig is om zich met het leven te bemoeien door alleen al te beginnen met de woorden pantoffels in mijn geest. Mijn kennis over pantoffels uit het verleden, zoals kleur, maat of soort, rijst op en belemmert het zicht op de werkelijkheid. Ik dacht in het moment, het hier en nu, te zijn, maar bleek echter in mijn denken of geest te zijn. Mijn denken wil meedoen, dringt zich op, kan het leven gewoon niet laten voor wat het is.