Energie is eigenlijk iets mysterieus. Energie geeft leven aan de dingen. Zonder energie kunnen we niet ademhalen, stroomt onze bloedsomloop niet en kunnen we niet werken. Maar wat is het nu? We kunnen het bijvoorbeeld niet direct waarnemen; hooguit indirect bijvoorbeeld bij een stromende rivier of een werkend mens. Een stromende rivier die langzaam of hard stroomt en die als rivier tot stilstand komt in de zee.
Wat weten we van energie?
Het blijkt dat je soms veel energie lijkt te hebben en soms weinig. Meestal merk je dat in je handelingen, want je bent bijvoorbeeld niet te stoppen of je bent niet vooruit te branden. En er blijkt ook nog een soort ‘normale’ energie te zijn. En hoe zit het met slapen. Ook daar is energie aanwezig, want anders zou je niet leven. Hoe vaak gebeurt het niet dat je, als je wakker wordt, beseft dat je gedroomd hebt; dromen die soms heel heftig kunnen zijn.
Niet alleen je dromen zijn een uiting van de vorm van energie, die in je aanwezig is. Ook je denken kan een uiting zijn van de verschillende vormen van energie. Wie kent niet het zenuwachtige denken, terwijl je op je nieuwe vriend of vriendin zit te wachten?
In de vedanta onderscheidt men de guna’s, ook wel kwaliteitengenoemd; namelijk sattwa, rajas en tamas. Sattwa staat voor rustige, stille energie. Rajas, het woord zegt het al, voor rage of actieve energie en tamas lijkt op tam en staat voor de passieve en zich terugtrekkende energie. Maar we kunnen er meer over zeggen. Energie is overal en lijkt zich dus in deze drie kwaliteiten te uiten. Eigenlijk is het een doorgaande stroom, waarbij sattwa-energie uit een bron lijkt te komen. Vervolgens onderhoudt deze energie alles, zorgt dat dingen in stand blijven en dat kunnen we rajas-energie noemen. Tenslotte sterven dingen ook geleidelijk weer af en keert weer terug in de bron en dat kunnen we dan tamas-energie noemen.
Mensen zullen altijd handelen, zoals we eerder hebben besproken. De manier van handelen is afhankelijk van zijn ‘energetische’ geaardheid of natuur en de energie op het moment van handelen zelf. Een mens met een overwegend rustige, stille geaardheid kan best wel eens uit de ban springen en woedend zijn. Toch zal hij of zij daarna weer terugkeren in zijn rustige natuur. Dit kan heel anders uitpakken bij iemand met een overwegend actieve natuur. Als deze persoon kwaad wordt, dan kan dat langer duren dan feitelijk nodig is. En iemand met een passieve natuur, zal zich eerder in zijn woede terugtrekken; een soort binnenvetter.
Als we goed kijken hoe we ’s ochtend opstaan, dan krijgen we al een redelijke indruk hoe de dag zal verlopen. Staan we duf op, dan zullen we dat ook overdag merken en waarschijnlijk ons werk bereiken zonder dat we in de gaten hebben gehad wat we onderweg gepasseerd hebben of gezien hebben. Slapend gaan we door het leven.
Echter we worden ook wel heel energiek en actief wakker en lijken die dag alles aan te kunnen, we zijn scherp en misschien wel te scherp. We zijn ook niet te houden.
Of we worden gewoon helder wakker en doen wat voor ons komt, zonder een stap teveel of te weinig te zetten.
Misschien is het niet alleen een kwestie van hoe we wakker worden, maar veel eerder van hoe zijn we naar bed zijn gegaan. Hebben we de dag wel goed afgerond? Zijn we nog in gedachten bezig met allerlei zaken van de afdeling. Of hebben we naar een enge film gekeken, die nog door ons hoofd speelt. Het gaat er niet om of dit verkeerd is, maar dat wat er bij je leeft, heeft een bepaald gevolg voor je slaap en je opstaan.
Kunnen we onze natuur en houding van het moment veranderen? De vraag is of je jouw ingebakken natuur wel wil of kan veranderen. Je bent tenslotte datgene geworden door je natuur. Ook de wijzen in het oosten hebben niet allemaal dezelfde natuur; de ene wijze is wat opvliegender en de ander wat stiller etc.
Door je levenservaring en het terugtrekken van de energie zullen de scherpe kantjes minder kunnen worden. Je levenservaring is dan iets van, dat je werkelijk ingezien hebt hoe je handelt; want als je het niet ziet, dan kan er niets gebeuren.
Blijft over je houding in het moment zelf. Op het moment dat je je gewaar bent van jouw houding; met andere woorden even wakker bent dan kan er wat gebeuren. Op het moment dat je ziet dat je gehaast bent, kun je de aandacht verleggen naar bijvoorbeeld een routineklusje. En zo kun je wanneer je ziet dat je in slaap dommelt de snelheid van handelen vergroten, waardoor je met meer aandacht gaat werken.