Wat is werken? Is het louter je plicht vervullen? Is het een uit de hand gelopen hobby? Is het misschien vervelend of juist opwindend?
In ieder geval is werken de activiteit werken, wat voor activiteit het ook is. Of het nu buiten in de tuin werken is of binnen op kantoor. Verder blijkt dat bepaalde werkzaamheden voor de één vervelend is en voor de ander juist helemaal niet. Met andere woorden het werk zelf zou wel eens neutraal kunnen zijn, maar onze houding tegenover het werken verschillend.
Het lijkt er op dat werken op zichzelf niet de boosdoener is in het al of niet gelukkig voelen of plezier hebben in het werk. Werken is op zichzelf neutraal. Alvorens hier verder op in te gaan, moeten we ons eerst de vraag stellen ‘Kunnen we wel zonder werken?.
Laten we hiervoor allereerst het woord werken iets breder benaderen door werken te zien als activiteiten of handelingen die plaatsvinden. Hierbij kunnen we denken aan concrete handelingen zoals afwassen, boekhouden of e-mailen, maar ook aan lopen, spreken, luisteren en ademhalen.
Het lijkt er dan op dat we niet zonder ademhalen kunnen, maar wel zonder denken, spreken, lopen en luisteren, afwassen, e-mailen en boekhouden. Is dat wel zo?
We kennen allemaal wel de situatie dat we er zonder dat we er erg in hebben of het te willen ‘er zomaar iets uit flappen’; of dat we ons niet konden inhouden het te zeggen. En wie kent niet de situatie dat je in de stad loopt en de eerste drie koffieshops voorbij loopt, maar tegen de vierde koffieshop geen ‘nee’ meer kunt zeggen omdat de smaak van de cappuccino al over je tong loopt. Op een of andere manier wordt je gedwongen om te handelen of iets uit te voeren of je wil of niet.
Of we willen of niet, er zijn altijd handelingen of werkzaamheden. Onze natuur dwingt ons te handelen of te werken, waarbij er in feite ook geen onderscheid is tussen wereldse of religieuze of spirituele handelingen. Elke handeling zal zijn eigen resultaat met zich meebrengen. Nu we weten dat er altijd handelingen/activiteiten zijn en dat we ook niet zonder ‘werken’ kunnen en we ook weten dat ‘werken’ op zichzelf neutraal is, dienen we ons af te vragen waarom we werken toch verschillend ervaren.
De houding of intentie kan bijvoorbeeld jaloersheid, chagrijn, verveling of medelijden zijn. Of onder het werk denken we bijvoorbeeld aan de vakantie, die vervelende baas, die vervelende echtgenoot vanochtend of aan die ‘kantjes aflopende’ collega. Herkennen we dit? Uit welke houding of met welke intentie we iets doen?
We zien dat de intentie waarmee we handelen verschillende resultaten opleveren. De kunst is om niet geestelijk afgescheiden van het werken te zijn, maar met onze aandacht volledig bij het werk; als het ware door direct ontspannen waarnemen er mee verbonden te zijn. Door je niet mee te laten slepen met innerlijke ideeën of gevoelens, maar te handelen of te werken vanuit overgave met hart en ziel, wordt steeds minder inspanning gevraagd. Dit werken schenkt plezier en vreugde en het lijkt alsof je helemaal niet werkt; dat het vanzelf gaat.