Hoe vaak leveren we niet op een dag commentaar op wat we op televisie, radio, facebook horen en zien. Of wat we horen in een gesprek of vergadering.
Bij mij werkt het in ieder geval zo dat als ik iets hoor er onmiddellijk commentaar is in mijn hoofd/geest dat zegt dat het anders zit of dat er iets vergeten wordt in een redenering. Het lijkt alsof er voortdurend een soort antenne aanstaat die meteen reageert met een tegenovergestelde bewering of een aanvulling. Misschien niet zo verwonderlijk omdat ieder mens vanuit zijn eigen geschiedenis, kennis en perspectief naar de wereld kijkt.
Dit geldt zowel voor problemen als oplossingen; beide worden door mij van commentaar voorzien. Ik merk dat ik het niet kan laten en het gebeurt voordat ik het in de gaten heb. Als ik eerlijk ben, luister ik maar half naar de ander en ben ik ondertussen in mijn geest bezig een reactie te formuleren. Het punt is in dat soort gesprekken of bijeenkomsten niet zozeer of ik gelijk heb, wat soms zeker zo is, maar dat ik gezien wil worden of beter gezegd een zinvolle bijdrage wil leveren, zonder te beseffen dat de gedachten en uitgesproken woorden niet door mij bedacht zijn, maar in mij oprijzen. Zou het dan ook niet zo kunnen zijn, dat de woorden bij de ander ook oprijzen, zonder dat deze ze bedenkt?
Muizen
Een groepje muizen hadden een huis bezet dat ’s winters vaak leegstond. Ze glipten door de kleinste gaatjes om zo in de voorraadkasten te komen. En als daar niet genoeg was dan maakten ze gaten in de plastic bakken waar de heerlijkste etenswaren in zaten, zoals meel, koekjes, rijst of hagelslag. Ze aten tot hun buikjes gevuld waren en namen nog wat mee terug in hun holletje. Af en toe sneuvelde er een muisje, omdat hij een stukje kaas at in een muizenklem. Zegt één van de muisjes: ‘Het is hier een paradijs met al dat eten.’ Zegt een ander muisje: ‘Ja, en soms breek je je nek over al dat voedsel.’ Zegt het ene muisje terug: ‘Het is doodeenvoudig. Hoogmoed komt voor de val en hebzucht kan je nekken.’