Op het dakterras staat een oud half wijnvat met water en keien. In een van de keien zit het pijpje van het fonteinpompje dat het water over het oppervlak doet pruttelen. In het verleden stopte het pruttelen regelmatig omdat er groen wier in het pompje was gekomen. Nu er een nylonsok om het pompje zit, is het euvel verholpen en pruttelt het aan een stuk door. Het pruttelt zachtjes, maar is toch hoorbaar, mits er niet teveel lawaaierig verkeer langs komt.
Ik hoor het pruttelen van de fontein niet continu, want ik ben vaak met iets bezig; zoals een vriend bellen, de krant lezen of ik ben soms gewoon in gedachten verzonken. En ineens hoor ik iets van water kabbelen in het wijnvat en ervaar ik de rustige uitwerking van het luisteren naar het kabbelende water. Het luisteren naar het kabbelen brengt me dan soms terug naar de stilte, waarna de gedachten oplossen. Het luisteren zelf heeft me daar gebracht, zonder dat ik dat vooraf verlangde en zonder dat ik daar iets voor gedaan heb.
Moeder Ganga
De heilige rivier Ganges loopt van de Gangotrigletsjer in de Himalaya naar de Golf van Bengalen. Waterdruppels vallen vol enthousiasme van de gletsjer af en gaan daarna over de vele watervallen naar benden en vermaken zich als kinderen zo blij. Ze willen er bij horen en ook volwassen zijn. Stroomopwaarts is het water rustiger en zien ze de vele Indiërs die een dip nemen als een soort spirituele reiniging. O, zeggen ze onderling vol trots, wij zijn ook nog van spirituele waarde, maar we willen zo graag één zijn met het grote water. Uiteindelijk meanderen ze samen met de vrachtboten naar de monding van de Ganges en worden opgelost in de grote zee. Zegt de stille waterdruppel, die heel die reis niets van zich heeft laten horen: ‘Is dit nu zo bijzonder, is dit alles? Het is hetzelfde water als het ijs dat wij aan het begin van onze reis waren’.