We zijn allemaal druk bezig. Nou ja, druk bezig. Meestal drukker in het hoofd dan met de handen of zelfs met logisch nadenken.
Over het algemeen is het werk neutraal of het nu straten maken, kleren ontwerpen, een excelsheet maken of een vergadering leiden is. We worden afgeleid van het werk zelf door allerlei gedachten die al of niet met het werk zelf te maken hebben. Gedachten zoals ‘dat kan ik niet’ of ‘dat durf ik niet’ of ‘wat denken anderen daarvan’. Het einde van het liedje is dat we niet beginnen; terwijl door de eerste stap te zetten we pas kunnen onderzoeken of het wel waar is wat we over het werk denken.
Ook tijdens het proces van werken blijft onze geest zich er mee bemoeien of we willen of niet. Soms is het functioneel, omdat het moment je laat inzien wat nodig is en moet gebeuren. Bijvoorbeeld eerst egaliseren en dan de stenen leggen of eerst de stof uitzoeken en dan op een paspop draperen.
Simpel, maar toch blijf je denken als dit maar goed gaat en dat terwijl het proces zich voltrekt en telkens nieuwe aanwijzingen geeft hoe verder te werken.
Het werk maakt het niet uit en is neutraal. Je hoeft alleen maar je ding te doen en te zien hoe het loopt.