Eigenlijk wil je behouden wat je hebt of kent. Laatst kwam er onverwachts een vriend langs die ik al in een eeuwigheid niet had gezien, wel af en toe telefonisch gesproken. Ik was blij hem weer eens te zien. We dronken wat, wisselden ervaringen en nieuwtjes uit. Na drie uur had ik er wel genoeg van en hoopte dat hij weer weg zou gaan, mijn blijdschap was omgeslagen in ongemak. Zo iets als ‘Was sich liebt das neckt sich.’
Het lijkt of dingen twee kanten hebben waaarbij soms de ene kant dan weer de andere de overhand heeft. Zoals enerzijds de angst om de oude bekende baan te verliezen en anderzijds de hoop dat een baan met nieuwe uitdagingen langs komt. Je bent gepikeerd omdat een collega te laat komt bij een vergadering, maar je vindt het heel normaal als jezelf te laat komt op een afspraak.
We vergeten dat die gedachten spontaan oprijzen en ook weer verdwijnen en meestal maar heel even in de geest verschijnen. Dat deze gedachten werkelijk gebeuren of uitkomen op het moment en de plats dat wij dat zouden willen hebben we niet in de hand. Dingen gebeuren of gebeuren niet, los van het feit of we ze kunnen controleren. Ik zou zeggen ‘Let it be.’