Zijn of niet-zijn is een beroemde uitspraak van Shakespeare. Wat wil dit eigenlijk zeggen?
Je zegt heel makkelijk “Ik ben er dat zie je toch, want mijn lichaam is aanwezig of je hoort me praten”. Zo eenvoudig lijkt het te zijn. Maar klopt dit wel?
Je rijdt auto en bent op weg naar je moeder. Aangekomen bij je moeder bedenk je dat je tijdens het autorijden bijna de hele tijd aan je zieke moeder hebt gedacht en de weg zelf niet hebt gezien.
Een ander voorbeeld. Je slipt in de sneeuw met je auto en rijdt recht op een houten schuur af. Je gooit het stuur om en rijdt langs de schuur verder. Vlak daarna denk je nog ‘ik had een zee van tijd en zag alles helder gebeuren’. Het lijkt allemaal langer te duren, terwijl het in een split-second plaatsvond.
Het denken gebeurt voor of na een situatie waarin je je bevindt. Het slippen met de auto gebeurt en elk moment in dat slippen kan een aanleiding zijn voor de geest of het denken om in gang te worden gezet, maar niet in het moment van hier en nu zelf.
Het denken is als het ware een reactie vooraf, zoals bij de zieke moeder of achteraf zoals tijdens het slippen. Dat is ook logisch.
Het spel van zijn in het moment en niet-zijn, wanneer we in gedachten verzonken zijn, gebeurt o zo subtiel en spontaan, dat we het meestal niet opmerken.